Slipjacht Twente
Tally ho!
Terwijl de honden blaffend hun ongeduld tonen, wachten ruiters op het aanblazen van de jacht. Als de laatste klanken van de hoorn wegsterven, is het tijd om de ‘vos’ te zoeken. De slipjacht ofwel ‘foxhunt’ is een traditie die je volgens eigenaar Marcel Vlek van Landgoed de Holtweijde in ere moet houden. Dit jaar organiseert hij in het Twentse Dinkelland voor het tweede jaar op rij de twintig kilometer lange jacht die door het glooiend gelegen Breklenkamp en Duitsland voert.
Het is al meer dan acht jaar geleden dat Marcel Vlek samen met zijn vrouw Marlies in het oosten van Twente neerstreek. Sinds die tijd zijn ze samen eigenaar van een lommerrijk hotel waar gasten vooral komen om van de rust en de natuur te genieten. ‘Deze buurtschap roept door de lichte glooiing en de massieve eeuwenoude eiken écht herinneringen aan vroeger op. We hebben hier akkerland, weilanden die door sloten van elkaar zijn gescheiden en veel niveauverschillen.’
‘Noabers’
Een uitstekend terrein voor een zware slipjacht. Vorig jaar kwamen er meer dan veertig ruiters af op de slipjacht die hij samen met Natuurmonumenten en de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging vanaf zijn hotel organiseerde. Een enorm succes, dat hij dit jaar op 29 november wil herhalen. ‘Maar dit keer op een zondag, zodat ook de ‘noabers’ tijd hebben om te komen kijken.’
Doordat De Holtweijde hemelsbreed nog geen kilometer van de grens af ligt, is het haast vanzelfsprekend dat de derde en laatste run van de jacht door het buurland loopt. ‘Het eerste stuk is vooral mooi door de enorme snelheid. De honden zijn dan nog gretig en de paarden stuiven vol gas langs. Als ze eenmaal bij de Bergvennen aankomen, waar de eerste stop is, moeten ze echt uithijgen. Die eerste zeven kilometer starten bij de entree van het hotel en bestaan uit veel hoogteverschillen. Eén van de hindernissen is een sloot waar ze over heen moeten springen naar een hoger gelegen stuk land. Je ziet sommige paarden daar gewoon tegenop kruipen.’
Vooral het samenspel tussen ruiter en paard is iets dat de slipjacht aantrekkelijk maakt. Een traditie die oorspronkelijk stamt uit Frankrijk, maar vooral bekend is geworden doordat de Engelse adel zich graag bezig hield met de jacht op echte vossen. Dat is terug te zien aan het tenue dat door de rode jachtrok - hier en daar nog gecombineerd met de zwarte hoge hoed - haast klassiek aandoet.
Sleepspoor
Omdat de man die het sleepspoor uitzet tijdens de rust de met de urine van een vos doordrenkte lappen even in een plastic zak stopt, moeten de honden tijdens de jacht twee keer verplicht een pauze houden. Is het spoor weer uitgezet, dan verzamelt de hele meute zich rondom de fieldmaster om weer op pad te mogen. De fieldmaster is de man die de jacht leidt en ook de honden, die speciaal voor dit doel zijn getraind.
De tweede run in Dinkelland voert daarna door Breklenkamp en eindigt bij de gelijknamige havezathe. ‘Tijdens de slipjacht stelt men het terrein speciaal open en dat past qua decor perfect bij het plaatje van een jacht. De route gaat over landerijen en het karakteristieke essenlandschap dat zo aan een Engels landgoed doet denken.’
Om toestemming te krijgen voor de slipjacht heeft Marcel Vlek 43 eigenaren en pachters moeten benaderen. ‘Niet iedereen was direct enthousiast, maar doordat we heel zorgvuldig met het landschap omgaan, werkt iedereen dit jaar graag weer mee. De lichte schade aan slootkanten hebben we hersteld en vooral de evaluatie tijdens een speciale bedankavond in ons hotel viel in goede aarde. Bij elke jacht zijn vooral de voorbereiding en nazorg heel belangrijk. Zo zetten we de route op de dag zelf met witte linten heel duidelijk uit en halen we nadien alle linten weer weg.’
Schouwspel
De vele hoeken en lussen die de man met de sleep maakt, zorgen voor een aantrekkelijk schouwspel. Soms zijn de honden het spoor even helemaal bijster en stuiven ze door terwijl twee oplettende achterblijvers de hoek opmerken. Dat ze vooral gericht zijn op geur zag Marcel vorig jaar toen er opeens twee hazen loskwamen. ‘Er waren maar twee honden die dit zagen en er achteraan gingen. De rest bleef geconcentreerd zoeken naar de vos.’
Ook in de derde run die gedeeltelijk langs de Dinkel - de grensrivier met Duitsland - loopt, blijven de honden enthousiast tot de ‘kill’, het einde van de jacht. ‘Als het even meezit, kunnen de deelnemers de Dinkel oversteken. Daarvoor moet het water niet te hoog staan. Lukt dit niet, dan nemen we de brug.’
Als de hele troep dan uiteindelijk op het naast het hotel gelegen land aankomt, krijgen de honden hun beloning. Onder de kreet ‘Tally ho’ - de vos is gevonden - vallen ze gretig aan op de in het veld geworpen runderpens. De paarden stappen uit, worden afgespoeld en met een deken om in de trailer gestald. Daarna volgt volgens Marcel Vlek misschien wel het mooiste gedeelte van de jacht: de nazit. ‘Voor de jagers reserveren we een apart gedeelte in het hotel. Daarbij horen natuurlijk Jägermeister en een stevige maaltijd. De ‘kill’ voor de gasten bestaat uit een passend wildmenu.’